Zorg

Zorg

Visie op zorg

Zorgcoördinator lager: Ann Decraecker
Zorgcoördinator kleuter: Isabelle Van Kwikkelberghe
Tel.: 09 247 00 20
E-mail Ann: ann.decraecker@vlinderdreef.be
E-mail Isabelle: isabelle.vankwikkelberghe@vlinderdreef.be

Elke leerling, elke leerkracht en elke medewerker is een unieke persoonlijkheid. Wij stimuleren de leerlingen om zich optimaal te ontplooien en scheppen mogelijkheden om zich maximaal te ontwikkelen, elk kind volgt zijn eigen kunnen, ambities, capaciteiten en interesses. De klasleerkrachten zijn de spilfiguren van de hele zorgwerking. Zij worden hierin bijgestaan door het zorgteam. De leerkrachten zorgen voor kwaliteitsonderwijs: de leerlingen krijgen een brede basisvorming waarin de verschillende vakdomeinen evenwichtig aan bod komen.

Het onderwijsaanbod wordt aangeboden door gebruik te maken van verschillende werkvormen, groeperingsvormen, co-teaching, differentiatie in basis-, uitbreidings- en herhalingsleerstof,… .
Vanuit een permanente observatie in de klas en door regelmatige genormeerde en methodegebonden toetsen worden alle leerlingen van nabij gevolgd. De zorgcoördinator en de zorgleerkrachten ondersteunen de leerkrachten om de leerlingen te helpen bij deze brede basisvorming.

De zorgleerkrachten zijn verantwoordelijk voor alles wat te maken heeft met zorg in de meest brede zin van het woord. Deze zorg situeert zich op drie niveaus: school – leerkracht – leerling. Samen met de leerkracht wordt gezorgd voor

Fase 0: Brede basiszorg

De klastitularis staat in voor de eerstelijnszorg. Aangezien de leerkrachten dagelijks met hun leerlingen omgaan, kennen zij hun leerlingen en hun noden heel goed. Zij zijn de persoon die als eerste signalen opvangen (ofwel van het kind zelf of via informatie van de ouders) en die aandacht hebben voor het individuele en het groepsgebeuren in de klas. Als verantwoordelijke voor hun leerlingen proberen zij eerst zelf zoveel mogelijk de gepaste zorg voor elk kind te geven door het nemen van preventieve en remediërende maatregelen. De leerkracht probeert zicht te krijgen op de ontwikkeling van zijn leerlingen om hen vervolgens gericht te helpen en te geven wat ze nodig hebben. De leerkracht probeert in te spelen op gewone zorgvragen, wetende dat kinderen ontwikkelen volgens een eigen tempo en eigen ritme.

Met andere woorden, als leerkracht zorg je voor kwaliteitsvol onderwijs door een krachtige leeromgeving te creëren. Een krachtige leeromgeving bestaat uit een positief, veilig en rijk leerklimaat; betekenisvol leren; rijke ondersteuning en interactie.

Fase 1: Verhoogde zorg

Wanneer een zorgbrede aanpak in de klas niet volstaat, dienen we onze zorg nog verder te verbreden. Bij die kinderen waar de ontwikkeling anders loopt dan normaal (trager/sneller) en bij de leerlingen die dreigen kansen te missen, is extra zorg noodzakelijk. Deze verhoogde zorg is vooral preventief gericht. We proberen te voorkomen dat er meer (grotere) problemen ontstaan. REDICODIS-maatregelen kunnen hierbij helpen.

In deze fase beschikt het schoolteam zelf over voldoende deskundigheid om deze leerlingen de nodige ontwikkelingskansen en –stimulansen te bieden. Het is bij voorkeur de klasleerkracht die deze zorg binnen de normale klascontext realiseert, zo nodig ondersteund door het zorgteam. Leerlingen en hun ouders worden als ervaringsdeskundigen nauw bij de verhoogde zorg betrokken. In deze fase is er een planmatige aanpak. De stappen plannen, handelen en evalueren worden opgenomen in de volgfiches. In deze fase vindt er regelmatig een zorgoverleg plaats. Ook wordt er een begeleidingsplan voor deze leerling opgesteld door de klasleerkracht en het zorgteam.

Fase 2: Uitbreiding van zorg

Voor sommige leerlingen volstaat de verhoogde zorg niet meer als de huidige begeleiding van de leerling in de schoolse situatie dreigt vast te lopen. Het schoolteam voelt dat zijn inspanningen, die van de ouders en van de leerling geen of onvoldoende resultaat opleveren en heeft versterking nodig. Er is nood aanbijkomende inzichten in de onderwijsleersituatie. Schoolteam en leerling/ouders besluiten het CLB-team te betrekken bij de individuele probleemanalyse. Het CLB richt zich op de onderwijs- en opvoedingsbehoeften van de individuele leerling en op de ondersteuningsbehoeften van de leerkracht(en) en de ouders.             
Alle informatie die tot dan toe werd verzameld in de volgfiches vormen het startpunt van de intakefase.

Het CLB neemt de regie op zich voor het verloop van het traject, voor de keuze van de interventies en voor de conclusies. Het coördineert de samenwerking met eventuele relevante externen, zowel diagnostische als hulpverlenende instanties (logopedist, kinesist, psychiater, multidisciplinair diagnose- en therapiecentrum, …). Verder zorgt het ervoor dat de inbreng van externen maximaal kan afgestemd worden op de onderwijsbehoeften van de leerling en de ondersteuningsbehoeften van leerkrachten en ouders.

In fase 2 kunnen de klasleerkracht en het schoolteam steeds rekenen op begeleiding door het ondersteuningsteam. Deze begeleiding is vooral gericht op het verhogen van de deskundigheid van de leerkrachten.

Fase 3: IAC

Als het zorgaanbod van de school nog steeds onvoldoende afgestemd is op de onderwijsbehoeften van de leerling, of wanneer de school onvoldoende draagvlak heeft om adequaat in te gaan op de zorgvraag, kan een overstap naar een school op maat met een meer specifiek aanbod, een zinvol alternatief zijn, maar is dit zeker niet de enige optie (zie verder).

Het schoolteam blijft de leerling actief helpen en communiceert open met de betrokken partners. Het CLB-team bespreekt met de ouders, de leerling en het schoolteam de situatie van onvoldoende afstemming in de huidige school, overloopt de verschillende mogelijkheden die zich nu aanbieden en onderzoekt het keuzeproces.

Wanneer in de adviesfase van het HGD*-traject blijkt dat de aanpassingen die nodig zijn om een leerling binnen de school mee te nemen binnen een gemeenschappelijk curriculum ofwel disproportioneel ofwel onvoldoende zijn, wordt voor de leerling een verslag opgesteld. De opmaak van een verslag houdt geen automatische overstap in naar een school voor buitengewoon onderwijs. Verschillende scenario’s zijn mogelijk:

  • Studievoortgang maken op basis van een individueel aangepast curriculum bij ons op school.
  • Studievoortgang maken op basis van een individueel aangepast curriculum in een school voor buitengewoon onderwijs van het betreffende type.

*HGD: Handelingsgerichte diagnostiek.

De ouders als gesprekspartner

De ouders worden steeds via open communicatie en met wederzijds respect betrokken bij de ontwikkeling van hun kind.

Indien er binnen het zorgteam wordt bepaald dat er extra onderzoek en begeleiding voor het kind nodig is, zal dit eerst in overleg en met toestemming van de ouders gebeuren. Als school willen wij ook de ouders ondersteunen in het soms moeilijke aanvaardingsproces van de extra zorgen die een kind nodig heeft om tot een optimale ontwikkeling te komen.

Zo houden we eraan:

  • Ouders tijdig, eerlijk en duidelijk te informeren over problemen.
  • Heel regelmatig overleg te plegen met ouders en alle andere betrokken partijen (school, CLB, logo, kine, revalidatie, ondersteuningsteam, …); zeker wanneer we naar een volgende fase in het zorgcontinuüm willen overgaan.
  • Deze gesprekken grondig voor te bereiden.

Terug naar visie